Inleiding
Onzekerheden bepalen financiële toekomst gemeente Hulst:
In de afgelopen jaren is getracht Hulst te voorzien van een stabiele financiële toekomst. Dit is in belangrijke mate gelukt waarbij een basis is gelegd voor toekomstige investeringen in onder meer onderwijs, woningen, infrastructuur. Ook in deze begroting is er weer ruimte voor het verwezenlijken van ambities en het verrichten van noodzakelijke investeringen. Dit wel met de kanttekening dat de realisering ervan afhankelijk is van omstandigheden waar de gemeente geen invloed op heeft. Omstandigheden die een grote invloed hebben op de gemeentelijke financiën de komende jaren.
Startpunt voor de begroting zijn de uitgangspunten zoals deze zijn vastgesteld bij de voorjaarsnota. Belangrijkste uitgangspunten hierbij is het reëel ramen en het inzichtelijk maken van het gemis aan inkomsten (ravijnjaar 2026 en verdere jaren). Dit ten opzichte van onze ambities zoals deze opgenomen zijn in het ‘Bestuursakkoord op koers naar 2026’. Concreet betekent dit dat onze begroting voor de jaren 2024 en 2025 structureel in evenwicht is. Vanaf 2026 heeft de gemeente Hulst te maken met een gemis aan inkomsten uit het gemeentefonds van in totaal circa 5 miljoen euro structureel. Dit probleem wordt ook wel ervaren als het “ravijn”.
Het college van B&W is van mening dat de ambities uit het bestuursakkoord enerzijds in stand moeten blijven. Anderzijds wil ze ook de financiële huishouding robuust houden en de mogelijkheid openhouden om bij te sturen indien noodzakelijk. Dit allemaal in afwachting van landelijke ontwikkelingen en de vertaling hiervan in onze begroting.
Met deze uitdaging, enerzijds realisatie ambities, anderzijds goed financieel beheer, legt het college voorliggende programmabegroting en meerjarenraming voor.
Ten opzichte van de voorjaarsnota worden een aantal voorstellen gedaan. Een aantal lichten we toe:
- Stichtingen en verenigingen zijn geconfronteerd met loon- en prijsstijgingen. Voorgesteld om structureel de subsidieplafonds te verhogen met 7% voor alle stichtingen en verenigingen
- Al enige jaren is er een wachtlijst voor huisvesting op een woonwagenlocatie, voorgesteld wordt om door middel van uitbreiding deze wachtlijst te verkorten;
- Geplande investeringen zoals de nieuwbouw Reynaertcollege, brandweerkazerne/ gemeentewerkplaats Kloosterzande/Vogelwaarde zijn omwille van prijs- en rentestijging duurder;
- Als gevolg van de nieuwbouw Reynaertcollege is er behoefte aan een binnenlocatie sport, voorzien in de Zuidhal (Den Dullaert), hiervoor is een budget opgenomen;
- Budgetten voor reconstructies en onderhoud wegen zijn opnieuw doorgerekend en nu opgenomen in dit dekkingsplan;
- Voor de ontwikkeling van het havengebied Walsoorden zijn aanvullende middelen opgenomen, dit in afwachting van het lopende proces;
- Sinds 2008 is de gemeentewinkel gevestigd op de Grote Markt nummer 24. Kleinschalige alsook duurzaamheidsmaatregelen hebben sindsdien plaatsgevonden. Gelet op diverse ontwikkelingen, zoals beveiligingsaspecten, het gehouden risico onderzoek (RIE) en herpositionering van de ambtelijke organisatie gecombineerd met groot onderhoud is het voorstel om hiervoor een structureel bedrag op te nemen.
Bovenstaande betekent dat 2024 en 2025 structureel in evenwicht is. Wanneer inkomsten vanuit het gemeentefonds daadwerkelijk met circa 5 miljoen euro dalen zal in 2026 er een tekort kunnen ontstaan van afgerond 0,9 miljoen euro afhankelijk van momenteel nog onzekere landelijke en regionale ontwikkelingen. Vanuit dit perspectief stelt het college van B&W voor om enkele omvangrijke investeringen te temporiseren. Dit zijn gebiedsontwikkeling Reynaertland, brandweerkazerne Vogelwaarde en de investeringen voor jaarschijf 2027 MIP. Hiermee ontstaat er flexibiliteit om bij te sturen. Het presenteren van een structureel tekort in 2027 past binnen het standpunt van de VNG aangaande het door het rijk gecreëerde “ravijn”. Ook de provinciaal toezichthouder keurt een tekort in het laatste jaar van de meerjarenplanning goed, als het saldo van het begrotingsjaar 2024 positief is. Gemeente Hulst hecht er, zoals gesteld, wel waarde aan om tekort te beperken.
Bij de behandeling van de voorjaarsnota heeft u het college van B&W opdracht gegeven om de OZB woningen opnieuw te bezien. Het college van B&W stelt voor aan te sluiten bij de CPI index van juli namelijk 4,6%. Dit ten opzicht van de in de voorjaarsnota voorgestelde 6,6%. Deze 4,6% indexering betekent op voor een gemiddelde woning in onze gemeente 15 euro per jaar. Vanaf 2025 en verdere jaren wordt rekening gehouden met een index van 3%.
Het beleid rondom OZB niet-woningen is om aan te sluiten bij het Zeeuwse gemiddelde. Hierop lopen we al een aantal jaren uit de pas. Het voorstel is om in 2024 een indexering toe te passen van 6,6%. In 2025 7%, daarna 3%.
Uit de jaarschijven 2024 en 2025 blijkt een positief begrotingssaldo. Voorgesteld wordt om dit grotendeels te reserveren voor diverse projecten. Hieronder, niet limitatief, wordt verstaan gebiedsontwikkeling Reynaertland, visie Dullaertwijk, gebiedsontwikkeling bedrijventerreinen Walsoorden.
Een aantal investeringen kunnen financieel administratief eenmalig opgenomen worden in de begroting. Door deze eenmalig af te boeken belasten we de structurele begrotingsruimte niet. Voorgesteld wordt deze handelswijze toe te passen op de bijdrage aan de scouting, Versterk de Scheldekust en het voortgezet onderwijs. Daarnaast zijn eenmalige middelen opgenomen voor onderzoeken, projectbegeleiding en beleidsontwikkelingen. Hiermee komen middelen beschikbaar voor onder andere aanpak de Linie, het opstellen van accommodatiebeleid, onderzoek motie toegangsbruggen en overige zaken.
Benadrukt moet worden dat de structurele financiële ruimte naar de huidige situatie nihil is. Omstandigheden die hierin verandering kunnen brengen, worden grotendeels bepaald en beïnvloedt door het Rijk. De hervormingsagenda Jeugd, de opschalingskorting, het accrés van het gemeentefonds zijn zaken die bepalend zijn voor de mogelijkheden die de gemeente heeft om investeringen te kunnen doen. Vooralsnog heeft het Rijk in deze dossiers tot op heden weinig besef tot urgentie laten zien. Concrete toezeggingen blijven uit en ook de huidige landelijke politieke situatie draagt niet bij aan duidelijkheid op korte termijn inzake deze dossiers.
Daarnaast leidt het uitstellen van nieuwe ontwikkelingen, zoals een nieuwe financieringssystematiek, en het waarschijnlijk loslaten van het verruimen van het gemeentelijk belastinggebied tot een nog grotere onzekerheid omtrent de financiële mogelijkheden die de gemeente richting toekomst heeft.
Hulst, oktober 2023