Treasurybeheer
- Risicobeheer vlottende schuld, kasgeldlimiet
Renterisico’s worden beheerst door te voldoen aan de kasgeldlimiet en renterisiconorm. Behoudens bijzondere marktomstandigheden is kortlopende financiering nu nog goedkoper dan langlopende financiering, maar heeft als risico dat de rentelasten meer aan fluctuaties onderhevig zijn. Om die reden is in de Wet Fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de gemeente haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar) mag financieren: de kasgeldlimiet. Hiermee wordt voorkomen dat de fluctuatie van de korte rente een te grote invloed heeft op het niveau van de rentelasten in het begrotingsjaar. De limiet wordt uitgedrukt in een percentage van het begrotingstotaal (8,5%). Voor het jaar 1e en 2e kwartaal 2023 was de limiet dus € 6.975.000 en vanaf het 3e kwartaal bedroeg de limiet € 8.146.000. Indien het financieringstekort deze limiet structureel overschrijdt, dient tot consolidatie van deze “vlottende” schuld te worden overgegaan. De gemeente wordt dan verplicht om een vaste geldlening af te sluiten (= consolideren).
2. Risicobeheer vaste schuld, renterisiconorm
Renterisico wordt o.a. gelopen bij herfinanciering van de vaste schuld met nieuwe leningen of bij een renteherziening op basis van de leningsvoorwaarden. Geen renterisico, in de zin van de Wet Fido, wordt gelopen bij het aangaan van nieuwe leningen als financiering van bijvoorbeeld nieuwe activa. De lasten van deze nieuwe leningen worden immers meegenomen in de meerjarenraming bij de kapitaallasten van nieuwe activa. Wanneer het zover komt dat activa met nieuwe vaste schuld gefinancierd moeten gaan worden, moet de opbouw van de leningenportefeuille zodanig zijn dat niet in enig jaar een onevenredig groot deel (meer dan 20%) van de leningen geherfinancierd moet worden.
Het risico van rentewijzigingen kan bij een evenwichtige opbouw gespreid worden over de jaren en verandering van de rente werkt zodoende vertraagd door op de rentelasten in enig jaar.
Nr. | Omschrijving | Begroting 2024 |
---|---|---|
1a | renteherziening op vaste schuld (u/g) | - |
1b | renteherziening op vaste schuld (o/g) | - |
2 | netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) | - |
3a | nieuwe aangetrokken vaste schuld | 14.000.000 |
3b | nieuwe verstrekte lange leningen | - |
3c | overgenomen geldlening | - |
4 | netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) | 14.000.000 |
5 | betaalde aflossingen | 2.435.000 |
6 | herfinanciering (laagste van 4 en 5) | 2.435.000 |
7 | renterisico op vaste schuld (2 en 6) | 2.435.000 |
8 | begrotingsvolume | 91.503.006 |
9 | vastgesteld percentage | 20% |
10 | renterisiconorm (minimaal 2.500.000) | 18.300.601 |
Toets renterisiconorm | ||
10 | renterisiconorm | 18.300.601 |
7 | renterisico op vaste schuld | 2.435.000 |
11 | ruimte (+); overschrijding (-) | 15.865.601 |
- Financiering en toerekening rente
Voor de uitvoering van de gemeentelijke taken zijn financieringsmiddelen nodig. De financieringspositie van de gemeente Hulst en de daarbij behorende financieringsbehoefte in 2024 is als volgt:
Nr. | Omschrijving | 1-1-2024 |
---|---|---|
1 | Vaste Activa | 89.559.130 |
Gefinancierd met: | ||
2 | Reserves (incl. rekeningsaldo) | 35.216.007 |
3 | Voorzieningen | 12.282.384 |
4 | Geldleningen | 38.635.439 |
5 | Financieringsmiddelen (totaal 2, 3 en 4) | 86.133.830 |
6 | Financieringstekort (1-5) | 3.425.300 |
(-/- = overschot) |
Het financieringstekort is het verschil tussen de totale financieringsbehoefte en de reeds beschikbare financieringsmiddelen. In de begroting 2024 is een gemiddeld rente-omslagpercentage gehanteerd van 1% (primitieve begroting 2023: 1,10%).
Vanaf 2017 is bij de berekening van de omslagrente geen rente meer toegerekend aan de eigen financieringsmiddelen (de algemene, bestemmings- en dekkingsreserves). Ook is daardoor geen rentebate over de eigen financieringsmiddelen meer in de exploitatie opgenomen ter dekking van structurele lasten. Dit heeft tevens tot gevolg dat de kapitaallasten die uit de dekkingsreserves worden gefinancierd niet meer volledig worden onttrokken. Alleen een bedrag ter grootte van de afschrijvingslasten wordt als dekking uit de desbetreffende dekkingsreserve onttrokken.
In het volgende renteschema wordt in het kort de rentetoerekening inzichtelijk gemaakt:
Nr. | Renteschema (berdragen x € 1.000) | 1-1-2024 Bedragen x € 1.000 | |
---|---|---|---|
a1 | Externe rentelasten korte financiering | 119 | |
a2 | Externe rentelasten lange financiering | 864 | |
b | Externe rentebaten | -16 | |
Totaal door te berekenen externe rente | 967 | ||
c1 | Rente grondexploitatie | 47 | |
c2 | Rente projecten | - | |
Verdeeld via grondexploitatie en projecten | -47 | ||
Saldo door te berekenen externe rente | 920 | ||
d1 | Rente over eigen vermogen | - | |
d2 | Rente over voorzieningen | - | |
Totaal door te berekenen interne rente | 920 | ||
Aan taakvelden toe te rekenen rente | 920 | ||
e | Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente | 896 | |
f | Renteresultaat op taakveld treasury | 24 | |
(-/- = overschot) |
- Mutaties in leningportefeuille
Op dit moment heeft de gemeente geen leningen die in aanmerking komen voor vervroegde aflossing. Het gewogen gemiddelde rentepercentage over de leningenportefeuille in 2024 bedraagt 2,31%.